Schouw na overlijden
Op deze pagina willen wij u als arts van informatie voorzien over een onderwerp dat ons beider beroepen raakt, de schouw na overlijden. Immers waar uw werk stopt, begint het onze met daarbij de kanttekening dat wij zonder uw constatering van het overlijden zelfs niet mogen handelen al is iemand overduidelijk overleden. Omdat er soms wel eens onduidelijkheden waren wanneer er geschouwd moest worden, bijvoorbeeld bij een verwacht overlijden in een verpleeghuis, is er door het Openbaar Ministerie, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, het Forensisch Medisch Genootschap en de KNMG een nieuwe handreiking geschreven voor artsen omtrent overlijden.
Deze informatie met daarbij een aantal punten waar wij veranderingen zien ten opzichte van vroeger vindt u hieronder. Daarnaast bieden wij ook informatie over de A-Verklaring die ingevuld moet worden na een overlijden.
Mochten er vragen zijn over dit onderwerp neemt u dan gerust contact met ons op.
Handreiking (Niet-) natuurlijke dood
De handreiking is een uitgebreid document over lijkschouw zelf, wat is natuurlijk overlijden en wat niet, maar ook over eventuele complicaties en calamiteiten wordt gesproken. Een compleet document met alle facetten uitgebreid benoemd. Een aantal punten zijn de laatste jaren gewijzigd in de regelgeving en de belangrijkste punten hieruit vermelden wij in het bijzonder.
De wijziging van de wet dat bij het overlijden van een minderjarige altijd de gemeentelijk lijkschouwer moet worden gewaarschuwd. (Hoofdstuk 5.4, pagina 8)
In de Wet op de Lijkbezorging staat dat de lijkschouw zo spoedig mogelijk moet plaatsvinden. Aangezien dit veel ruimte voor interpretatie liet is afgesproken dat dit redelijkerwijs binnen drie uur moet kunnen plaatsvinden. (Hoofdstuk 2.2, Pagina 3)
Een uitzondering op deze regel is een verwacht overlijden in een verpleeg- of verzorgingshuis. Dan mag bij een overlijden tussen 23.00 en 7.00 uur gewacht worden met schouwen indien de schouw maar voor 8.00 uur dezelfde ochtend heeft plaatsgevonden. Indien de familie prijs stelt op directe lijkschouw of bij twijfel over de doodsoorzaak moet zo spoedig mogelijk (dus binnen drie uur) geschouwd worden. (Hoofdstuk 2.2, Pagina 3)
Van belang is ook de voetnoot 7 die bij het vorige punt staat vermeld in de handreiking. Er mag totdat de arts de schouw heeft uitgevoerd niet worden afgelegd of gekoeld. Een overledene mag dus in een verpleeghuis met een eigen mortuarium niet meer naar de koelruimte worden overgebracht totdat de arts de volgende morgen komt. Bij extreem warm weer (boven de 25 graden Celsius) is het uitstellen van de schouw tot de volgende morgen cq wachten met het koelen van de overledene zeer onwenselijk. Dit heeft significante gevolgen voor het verdere verloop van het afscheidsproces van de nabestaanden. (Hoofdstuk Noten, Pagina 12)
De gehele handreiking kunt u hier vinden: Handreiking (Niet-)natuurlijke dood
Verklaring van overlijden (A-Verklaring)
Elke arts weet dat hij een A-Verklaring en een B-Verklaring achter moet laten bij de overledene na een lijkschouw. Echter treffen wij regelmatig artsen die niet precies weten wat wel en niet ingevuld moet worden in de overlijdensverklaring. Hieronder treft u daarom een voorbeeld formulier aan van een A-Verklaring met uitleg over welke informatie er waar moet worden ingevuld.
Indien er onduidelijkheden zijn dan vernemen wij dat graag. Contact opnemen