Na een overlijden en in tijd van rouw kan men houvast hebben aan symbolen en rituelen. Een mooi ritueel kan bijvoorbeeld zijn om tijdens de uitvaart een kaarsje te branden of meerdere kaarsen aan te steken ter nagedachtenis aan de overledene. Uiteraard als dit bij de overledene past.
Een kaars kan worden aangestoken als symbool voor het licht en de warmte die de overledene voor de nabestaande verspreidde.
Doop kaars aansteken
Wanneer de overledene gelovig is en ooit gedoopt is, zou het mooi kunnen zijn om hiervoor zijn of haar doopkaars te gebruiken. We steken dan de kaars op de uitvaartkist aan met de doopkaars. En zo is de cirkel van het leven, van geboorte naar overlijden, rond.
Kaarsje branden als ritueel
Mooi en passend kan het ook zijn om, als er meerdere kaarsen worden aangestoken, bij het aansteken van elke kaars een woord te noemen. Een woord dat kenmerkend is voor de overledene of de band tussen u als nabestaande en de overledene. Mooie, kenmerkende woorden kunnen dan bijvoorbeeld zijn: liefde, hartelijkheid, oprechtheid en zorgzaamheid.
Bijvoorbeeld: Lieve mama, deze kaars staat voor jouw onvoorwaardelijke en oprechte liefde voor ons als kinderen.
Ook kan het mooi zijn als de kleinkinderen allemaal een kaars aansteken en bij elke kaars vertellen waar de kaars voor hem of haar voor staat. Bijvoorbeeld: de eerste kaars steek ik aan voor mijn opa, omdat ik altijd zoveel plezier met hem heb gehad. De tweede kaars steek ik aan voor mijn opa, omdat ik altijd bij hem mocht logeren, enzovoort.
Tot slot geldt voor elk symbool en voor elk ritueel: veel kan en mag, maar het is natuurlijk het mooist en meest waardevol wanneer het echt bij de overledene, en bij u, past. Bespreek daarom altijd met uw uitvaartverzorger wat eventuele mooie opties kunnen zijn.